Raadslid Ali Oruç doet aangifte tegen burgemeester
Ali Oruç heeft aangifte gedaan tegen burgemeester Scholten vanwege zijn handelen in het strafrechtelijk en fiscaal onderzoek dat tegen Oruç loopt.
Volgens Oruç is er sprake van smaad, laster en een schending van geheimhoudingsplicht door Scholten.
Openbaarmaking
De kern van de zaak zit in de openbaarmaking van verdenkingen tegen Oruç. Scholten deelde de verdachtmakingen met de fractievoorzitters van de gemeenteraad voordat er sprake was van een dagvaarding. Scholten zegt dat hij dit deed na een dringend verzoek van de hoofdofficier van justitie Jan Eland. Diezelfde Jan Eland ontkent dit in een brief uit 2018 aan de advocaat van Ali Oruç die Omroep Venlo eerder heeft ingezien.
Aanleiding onderzoek
Scholten en Oruç botsten onlangs ook al over uitspraken die in de rechtszaak zijn gedaan over de aanleiding van het fiscaal onderzoek naar Oruç.
In het persgesprek over de rol van Scholten in het onderzoek kwam toen ook al de openbaarmaking van de verdenkingen aan bod. Scholten herhaalde toen dat dit op nadrukkelijk verzoek van de hoofdofficier gedaan was. De brief die de advocaat van Oruç kreeg, zei hij toen absoluut niet te kunnen plaatsen.
Schending geheimhoudingsplicht
Oruç ziet in de brief juist een bevestiging dat Scholten op eigen initiatief handelde en daarmee zijn geheimhoudingsplicht schond. De aangifte moet volgens hem duidelijkheid geven. ‘Of Scholten liegt, of de hoofdofficier’, aldus Oruç. ‘De openbaarmaking heeft mij destijds in ieder geval erg verbaasd en ook beschadigd. Er is door mijn partij ook nadrukkelijk gevraagd om dit niet te doen. Er is in Venlo juist een protocol over hoe moet worden omgegaan met integriteitszaken. Daar staat in dat uiterst terughoudend moet worden omgegaan met publiciteit. Juist om te voorkomen dat iemand mogelijk onterecht beschadigd wordt. Scholten heeft hier niet naar gehandeld. Er lag toen nog niks van het OM, de dagvaarding met concrete beschuldigingen kwam pas anderhalf jaar later.’
Ali Oruç zei er in december het volgende over:
Smaad
De beschuldiging van smaad en laster voert Oruç terug op de gesprekken die Scholten later voerde met de toenmalige partijbestuurders van EENLokaal: Jan Langeslag en Pieter Vercoulen. EENLokaal was toen nog Oruç’ partij. In het gesprek zou Scholten hebben gezegd dat de partij Oruç niet de hand boven het hoofd zou moeten houden en dat er nog van alles over hem naar boven zou komen. Vercoulen bevestigt dit en zegt dat Scholten destijds niet wilde zeggen om welke concrete verdenkingen het precies ging. Vercoulen: ‘De beschuldigingen maakten destijds diepe indruk. Zeker omdat ze grote gevolgen hadden voor onze partij. Die hebben me diep geraakt, zeker ook omdat ik Ali altijd heb geloofd in zijn onschuld. Die is later ook bevestigd.’
Scholten wil vandaag niet reageren op de aangifte. Een woordvoerder van de gemeente zegt dat hij dat niet kan, omdat het nu een zaak is van justitie.